En nog een vuil lieke

Als ik oud ben word ik Madam Toilet
Ik schrijf mijn memoires opgelet
Op alle deuren in ’t rood en in ’t vet

Over de venten en wat ge hier ziet
Die staan te pronken met hunne piet
En de zotte wijven vergeet ge niet

Wat ze verzinnen ’t is maar een woord
Hoe zij zijn zakken legen echt gestoord
En de smoesjes die ge elke dag weer hoort

Ik hoor de scheten ik riek de stank
En wilde gij weten wie er is aan den drank
Van de eerste schepen tot die van de bank

Keurig of niet iedereen heeft prijs
In ’t kleine hokske naar daar gaat de reis
Blaas en darmen spelen er hun wijs

Nu ik oud ben en met pensioen
Is Madam Toilet niet meer vandoen
We worden weggezet ’t is niet te doen

Dus zing ik een lieke ’t is misschien wat vuil
Maar wie het lage niet eert houdt zich beter schuil
Want wordt ge overbodig wat krijgt ge dan in ruil
Want wordt ge overbodig wat krijgt ge…

 

Dit lied werd geïnspireerd door het lezen van het gedicht: IK WORD TOILETJUFFROUW. Het werd geschreven door Anna Świrszczyńska en is te vinden in de reeks ‘De mooiste van…’ verschenen bij Lannoo in redactie van Koen Stassijns en Ivo van Strijtem. De gedichten werden vertaald door Jo Govaerts en Karol Lesman. Haar werk gaat vaak over haar ervaringen tijdens de Tweede Wereldoorlog.  Zij is minder bekend dan Wislawa Szymborska en Czeslaw Milosz.

Haar gedicht vangt aan met: “Als ik oud ben word ik/toiletjuffrouw”. Zij kortte haar naam dikwijls in tot ‘Swir’, wat in het Pools blijkbaar ‘halve gare’ betekent. ‘Ze kon vaak brutaal uit de hoek komen’ schrijft Milosz in zijn voorwoord bij deze bundel. De toon van haar werk bepaalde meer de tekst van dit lied dan de inhoud van het gedicht. Daarover kan ik slechts zeggen: Lees haar. 

 

 

 

En nog een vuil lieke