Minuet

 

Hij:
In mijn kamer, in de kou
scheur ik knipsels, denk aan jou
een buitenstaander, wie ben je nou
niemand ziet de binnenbouw

Zij:
Onze lijven, wat is dat nou
je bent een ouwe, je hebt een vrouw
toch wil ik dronken zijn met jou
van je boven tot mijn onderbouw

Samen:
Zoals planeten die draaien, zo leer je op school
drijft ieder eiland eeuwig op de dool

Hij:
Mijn vrouw is zwanger, hoe kan dat nou
Zij:
Het is jouw zwager, die zoetekauw
Hij:
Ze stoort zich aan mij en het hele gebouw
Zij:
Maar houdt je aan de huwelijkstrouw

 

Minuet